De meeste uitgeverijen kiezen ervoor
om de software die ze ontwikkelen bij de methode op papier cloudbased
aanbieden. Via het web kunnen de leerlingen inloggen en de oefeningen maken. De
komst van Basispoort heeft dit proces mogelijk versneld of geeft uitgeverijen
die aangesloten zijn in ieder geval een duidelijk signaal, zet je methode
online!
En dat zou zonder Basispoort
natuurlijk ook het geval moeten zijn. Als ik software bij de methode zou
ontwikkelen zou ik kiezen voor een omgeving die platform, apparaat en browser
onafhankelijk is. Tevens zijn grote aandachtspunten voor mij adaptiviteit,
diversiteit, solidariteit en het leerlingvolgsysteem. Je zou zelfs kunnen
stellen dat de titel van dit blog vandaag de dag andersom zou moeten zijn;
methode bij de software.
Er zijn momenteel al best veel
mogelijkheden om software een meer leidende rol te laten spelen in het
onderwijsleerproces. Een heel aantal daarvan voldoen, op een aantal punten, aan
mijn bovenstaande criteria. De ‘ouderwetse’ pakketten van Ambrasoft
bijvoorbeeld, volledig online, okay leerlingvolgsysteem. Solidair, je kan je
eigen spellingpakketten importeren en de spelletjes zijn redelijk divers. Tot
voor kort (twee/drie jaar geleden) was Ambrasoft voor mij een gesloten boek. En
ook nu vind ik dat ze nog een aantal stappen moeten maken, echter de
leermodules binnen rekenen zijn gewoon prima om mee te werken wanneer kinderen
dit lastig vinden. Dit heeft uiteraard ook te maken met de school en leerling.
In mijn geval gaan we erg uit van persoonlijke leerdoelen. Wanneer blijkt dat
een leerling meten en meetkunde op een CITO toets onvoldoende maakt, en bij
nadere observatie een onvoldoende beheersing laat zien, heeft dit kind een
persoonlijk doel. Een online oefenprogramma als Ambrasoft is dan een goed middel
om deze leerling op niveau aan het doel te laten werken. Zeker nu de accounts
ook thuis gebruikt kunnen worden en Ambrasoft (mijnklas.nl) bij Basispoort is
aangesloten
Nieuwe pakketten als rekentuin hebben
een duidelijke voorsprong; ze zijn ontwikkeld in een andere tijd. Waar
Ambrasoft van ‘oud’ naar ‘nieuw’ moet, kan Rekentuin de basis meteen leggen
volgens de huidige standaarden. En dat merk je dan ook meteen in het pakket.
Online, platform onafhankelijk, adaptief en een goed leerlingvolgsysteem. Ook
het beloningssysteem maakt dat Rekentuin aantrekkelijk is voor leerlingen.
Rekentuin heeft bovendien een aantal uitbreidingsmogelijkheden, zo kan er een
abonnement op Laat eens Zien afgesloten worden waardoor leerlingen op maat
video’s kunnen bekijken als instructiemiddel. Binnen Rekentuin zouden ook een
aantal modules als klokkijken en breuken+ als leidende factor gebruikt kunnen
worden. Laat leerlingen maar starten, je ziet vanzelf wanneer ze ergens
tegenaan lopen. Dan kan je als leerkracht ingrijpen. Zo kwam ik er via
Rekentuin snel achter, tijdens een leergesprekje met de leerling, dat de
minsommen met -18 of -19 steevast fout worden gedaan. Deze opgaven kwamen
namelijk in het LVS als ‘nachtmerries’ naar boven. De tip ‘doe eerst min 20 en
tel er dan 1 of 2 bij op’ was een korte leerkrachtinterventie die haar
hoofdrekenniveau enorm heeft doen stijgen. Ik vraag me af of ik daar volgens de
conventionele methode die we gebruiken (pluspunt, groep 7) ook zo snel achter
was gekomen.
Van een hele andere divisie zijn de
leerlijnen van KhanAcademy. Deze leerlijnen zijn, naar mijn idee, ook gemaakt
om juist geheel zelfstandig te doorlopen. Ook hier kunnen kinderen helemaal
zelfstandig aan de slag en kan een methodeboekje of leerkrachtinterventie een
aanvulling zijn. Uiteraard staat het programma in dienst van de leerkracht, en
niet andersom.
Naast deze oefenprogramma’s zijn er
nog tal van andere systemen die pogen de software een grotere rol te spelen. Al
dan niet zelf in te richten met eigen leermateriaal door scholen en
leerkrachten (denk aan Spons, Blendspace) of bestaande methodes/ leerlijnen/
lesmethoden in een digitale mal gieten (bijvoorbeeld PulseOn).
Wanneer er een nieuwe methode wordt
aangeschaft, en dan bedoel ik boeken, is het stukje software meestal het
laatste waar naar gekeken wordt. Ik zie dat graag andersom, start eens met de
mogelijkheden die de software bij de methode biedt. Misschien dat je dit een
geheel anderen kijk biedt op de papieren versie die erbij komt. Of besluit in
ieder geval de methode niet aan te schaffen als blijkt dat de software die bij
de methode komt niet voldoet aan de criteria.
Bij mij op school zie ik het type
onderwijs dat zoveel mogelijk zelf-gereguleerd en gepersonaliseerd is, adaptief
en solidair met een uitstekend leerlingvolgsysteem. Enige nadeel; de leerkracht
doet dit zonder de hulp van software of de computer. Uiteraard gebruiken we wel
de oefenprogramma’s als Ambrasoft, Rekentuin en diverse websites. Maar de
drijvende kracht zijn nog de boeken en de papieren methode. Wat kinderen
heerlijk vinden zijn de leergesprekjes en de evaluatie op het leren, daar
conclusies uittrekken (ik heb instructie nodig, ik moet meer oefenen, ik
beheers dit volledig), en er vervolgens iets mee doen. Een logische volgende
stap zou zijn dat de software/ computer de analyse doet (zoals het voorbeeld
van de leerling met Rekentuin) en de nadruk kan komen te liggen op de
leergesprekken en leerkrachtinterventies/instructies.
Voor een andere blik op de rol van ICT
in het onderwijs zie de post Learning Analytics